Hoe voeg ik het beste mijn tegelwerk?
Wij hebben 5 voegtips voor je! Zo lever jij het perfecte voegwerk op.
1. Controleer wand of vloer; het oppervlak moet goed schoon zijn. Lijmresten in de voeg zorgvuldig verwijderen. Omgevings- en oppervlaktetemperatuur moeten voldoende zijn (tussen de 5°C - 25°C).
2. Aanmaken voegsel;volg de instructies op de verpakking. Gebruik altijd een maatbeker, schoon leidingwater en een schone emmer. Dan 2 maal goed machinaal mengen met een wachttijd zoals vermeld op de verpakking.
3. Inwassen voegbord; gebruik een voegenrubber of voegenspaan en was de voegen in totdat ze geheel gevuld zijn. Wacht tot de voeg voldoende is opgestijfd om te sponsen. Begin pas met sponsen als de voeg niet meer aan je vinger plakt.
4. Nasponsen; ga eerst met een sponsbord en weinig water met cirkelvormige bewegingen over het tegeloppervlak. Doe dit zonder druk uit te oefenen op het sponsbord en spoel je sponsbord zeer regelmatig uit. Verwijder daarna de laatste restjes voegsluier. Dit doe je het best met een gewone voegspons, omdat deze beter uitgeknepen kan worden dan een sponsbord. Gebruik zo min mogelijk water en gebruik schoon water.
Eventueel nog een stap uitvoeren: nasponsen van alle individuele voegen. Hierbij ga je met de spons lichtjes over de voegen zelf. Dus niet over het volledige tegeloppervlak. Als het sponsen helemaal klaar is, mag je niets meer doen. De voegmortel moet eerst goed verharden, normaal gesproken tot de volgende dag.
5. Nawrijven; als laatste stap, als de voeg goed uitgehard is, wrijf je het tegeloppervlak na met een droge, niet-pluizende doek.